Doky


Doky0004

Kennismaking
Laat ik eerst mezelf even voorstellen; ik ben Amaryl, ik werk als dierenartsassistente in Utrecht en woon op een klein eenkamer flatje.
Maandag 22 juni om kwart voor twee werd er aangebeld bij de dierenarts. Er stond een klant voor de deur met een teckel, de man had iets in zijn hand. Hij vertelde dat zijn hond een verlaten eendje had gevonden, het zat zielig te piepen en de rest van zijn gezin was nergens te bekennen.
Ik pakte het mini pluisbolletje, hoogstens een dag of drie oud, van de man aan.
En het was vrij snel duidelijk waarom hij achtergelaten was; z’n ene zwemvliesje stond verkeerdom.
Hij steunde op het polsgewrichtje in plaats van op de zwemvlies, die naar achter gevouwen was. Het lukte wel om het zwemvliesje goed neer te zetten, maar zodra het eendje een stapje zette, floepte het vliesje weer verkeerdom. Hij kon op die manier nooit meekomen met de rest van het gezin en was daardoor dus achtergelaten.

En ja, wat moet je daar nou mee?
De dierenambulance bellen. Dus dat deed ik. Ze hadden aan het einde van de middag wel tijd om hem te komen halen – eh, dat beestje redt het niet tot het einde van de middag, hij wil binnen een uur eten. Ja, dan kunt u hem zelf naar de vogelopvang komen brengen. Leuk idee, maar dat is een half uur fietsen en ik heb over tien minuten een afspraak in tegenovergestelde richting.

DokyKleinfocus

Hoe dat afliep laat zich raden – ik heb het bolletje meegenomen. Toen nog met het idee dat ik het een avond en een nacht zou verzorgen en het de volgende dag naar de vogelopvang zou brengen, maar een paar uur later was ik natuurlijk al volledig verkocht.
Ik had het vrij snel in m’n shirt gestopt, op m’n huid, de warmste plek die ik in de aanbieding had en daar viel het gelijk in slaap. Zo zijn we samen eerst heel snel langs mijn huisje gefietst. Ik heb de pap gemaakt die ik voor alle jonge vogels maak (hard gekookt ei met gestampte beschuit en een drupje olie) en dat met een spuitje naar binnen geduwd. Allereerste hulp bij hongerige baby’s, later zoek ik wel een beter recept.
’s Avonds heb ik de wasbak vol laten lopen en het kuiken daarin natte voeten gegeven. Daar ontdekte ik dat het ook al best zelf wilde eten als het maar in het water lag. Dus hele kleine stukjes brood en hard gekookt ei in het water gegooid en ja hoor, het kuiken at prima zelf. Voor de nacht een kruik gemaakt en met wat handdoeken in een lege doos gelegd, kuikentje erop en slapen maar.

De eerste dagen
De volgende ochtend om 5.30 uur werd ik wakker van gepiep. Ah, in ieder geval leeft het nog, da’s mooi. Dan de wasbak maar weer vol laten lopen. Zo kwam ik erachter dat het eerste wat een droge eend doet als ie water raakt, poepen is. Heel fijn. Iedere keer als ik net de bak vol had laten lopen en het kuiken erin zette was het floep. Hm, daar gaan we niet in eten, dus weer leeg laten lopen, schoonmaken en opnieuw vol laten lopen. Gelukkig is dat alleen als het achterwerkje droog is en niet als het al nat is van de vorige dompeling. Dus daarna konden we weer aan brood en ei. En daarna maar weer in m’n shirt.
Terug op m’n werk heb ik het eendje eerst aan de dierenarts laten zien. Zijn advies was dagelijks fysiotherapie, het scheve pootje flink masseren en recht blijven zetten. Verder keek hij me licht meewarig aan, ‘die redt het nooit’.
Mijn collega was wel gelijk enthousiast toen ze de kleine pluizenbol zag. Ik legde haar al mijn twijfels en vragen voor en zij ging gelijk Googlen naar informatie over de wensen van kleine wees-eendjes. En zo kwamen we op de site van Frans, al snel mijn grote redder, adviseur, vraagbaak en klankbord.
Mijn collega vroeg hoe het kuiken heette en toen realiseerde ik me dat ik het nog geen naam had durven geven. We spraken af dat het, als het er donderdagavond nog zou zijn, een naam zou krijgen.

De volgende ochtend klonk om 5.30 uur weer hongerig gepiep naast mijn bed – en dat zou de komende twee maanden mijn wake-up call worden, maar dat wist ik toen nog niet.

Donderdagavond was het tijd om het kuiken een naam te geven. Ik kwam met Jodokus, van Alfred Jodokus Kwak, maar dat roept niet lekker en het leek me zielig als het een meisje zou blijken te zijn. Zo werd het Doky, bekt lekker en kan voor beide geslachten.

Poep
Doky zat in die dagen in een deksel naast het toetsenbord op mijn bureau (zie foto)
dokus1
en ging vreselijk hard schreeuwen zodra ik opstond en uit beeld liep. Zo ontdekte hij, in paniek, dat ie die deksel uit kon springen - en op het toetsenbord kon zitten – en daar kon poepen (zoals overal – misschien moet ik een alinea wijden aan de schrikbarende vermeerdering van massa binnen de eend; je zou verwachten dat er ongeveer evenveel uitkomt als erin gaat, maar daarin tarten eenden natuurwetten, de hoeveelheid voedsel die er aan de voorkant ingaat valt best mee, maar in de eend wordt dat vermengd met zoveel water dat het er aan de achterkant in een vrijwel onophoudelijke stroom derrie weer uitkomt. En als dit nou plaatsgebonden zou kunnen zijn, zoals bij honden en katten, maar nee, de eend laat zijn ontlasting gaan op elk (on)gewenst moment op elke (on)gewenste plek – dus ook op het toetsenbord – en dat terwijl de dierenarts het hele ‘eend in de praktijk’-concept al niet zo feestelijk vond. Don’t push your luck, duck.

Het rode tasje
Me verplaatsend van A naar B zat Doky nog steeds in m’n shirt, maar dat begon er steeds vreemder uit te zien. Daarbij groeide met de dag de hoeveelheid ontlasting in de slim in mijn shirt gedrapeerde doekjes uit tot ernstig overstromingsgevaar en meerdere shirtwisselingen per dag. Ik heb nog een dag een broek met hele grote zakken gedragen en hem daarin gestopt, maar dat was op de fiets niet ideaal. Er moest een soort babydraagzak komen.
In ons eerste weekend had ik tijd om me daarover te buigen en kwam ik tot een soort handtasje, (zie foto)

Doky0005a
dat op de fiets om m’n nek kon zodat ik m’n handen vrij zou hebben.

Dat eerste weekend was het prachtig weer, we hebben veel buiten gezeten en uitgebreid kennis gemaakt met gras.

Voeding
Inmiddels begreep ik van Frans dat alleen brood en ei niet de ideale samenstelling is voor voeding van een jong eendje. Frans doet op zijn site allerlei suggesties en daar ging ik eindelijk maar eens mee aan de slag.
Gewapend met een printje van de site van Frans gingen we naar een dierenwinkel voor allerlei dierlijke eiwitten. Watervlooien, tubifex, nee, dat hebben we niet, kunnen we wel bestellen, maar op voorraad hebben we niets. Na ja, bestel dan maar, van alle beestjes een heel klein beetje alstublieft.
Op m’n werk heb ik, in de baas z’n tijd, een uur aan de telefoon gehangen met alle dierenwinkels die Utrecht rijk is, maar eendenvoer had niemand. Bestellen konden ze het wel, maar de kleinste zak is 10 kilo. Hallo, voor één eendje! Mag ik niet een handje komen graaien? Nee, want we hebben het niet op voorraad, we kunnen het wel bestellen, maar – nee, dank u, laat maar. En de Boerenbond, een andere tip van Frans, blijkt alleen in landelijke contreien goed vertegenwoordigd, hier vandaan een dik uur fietsen. Hm, wat dan? De distributeur van Anseres opgezocht en wat bleek: hoe dichter bij de kern, hoe bereidwilliger men wordt. Uiteindelijk kwam ik zelfs op de plek waar het voer verpakt werd en ‘natuurlijk kunnen we u een proefzakje Anseres Floating sturen, wat is het adres?’ Hoera, gelukt, er is goed voer onderweg!

Maandag kwam er op m’n werk een pakje van Anseres. M’n proefzakJE: genoeg om Doky een slordige maand mee te voeden. Het idee achter de ‘floating’ brokken is dat ze blijven drijven en dus in het water gegeten kunnen worden. Nou was dat een van de dingen die ik in de praktijk het meest onhandig vond aan een eend met me meedragen, dat hij alleen maar wilde eten als ie met z’n hele lijfje in water zat. Zolang dat in een tupperware bakje past, oké, maar ik voorzag al problemen voor de toekomst en wilde hem eigenlijk leren uit een bakje te slobberen. Met brood en ei lukte dat niet, maar Anseres Floating bleek hier uitermate geschikt voor. Door de brokken een beetje aan te weken werden ze waterig genoeg voor Doky, maar omdat ze bedoeld waren om te blijven drijven vielen ze niet uit elkaar zoals brood pleegt te doen. En lekker dat ie het vond!

Minder lekker vond Doky alle beestjes die inmiddels ook waren gearriveerd. De watervlooien leken te klein om te zien, de tubifex vond ie raar. Van Frans kreeg ik de tip om een ‘grondelbak’ te maken; een platte schaal met water, beestjes, grit en wat ’t eendje maar binnen moet krijgen. Daar snaterde ie de waterplanten en de Anseres uit en met de rest deed hij weinig.

Ergens gaandeweg ontdekte Frans dat het eiwitgehalte van de Floating afgestemd is op duikeenden en dat die veel meer eiwit nodig hebben dan de gewone wilde eend. Dus ik weer bellen met Anseres of ze me een proefzakje van de gewone eendenkorrels wilden sturen.
Maar hoe krijg ik ondertussen dat eiwitgehalte omlaag? Door veel groenvoer bij te voeren. Doky werd vriendjes met dierenwinkels in de buurt, waar hij alle losse waterplantjes kreeg. Een van die winkels bewaarde de losse plantjes in een leeg aquarium. En in plaats van de plantjes eruit te halen, mocht Doky erin. Groot feest, luid gesnater, elke woensdagmiddag gingen we naar de eenden drive-in, waar Doky ongegeneerd om zich heen mocht vreten. De mevrouw van de winkel heeft er zelfs een keer een filmpje van gemaakt. Ik hoop die link hier nog bij te kunnen zetten.
Naast de waterplanten was een andere ontdekking: verse groenten. Kleine stukjes broccoli, paksoi, alles wat ikzelf at, maar de grootste favoriet bleek courgette en dat ben ik sindsdien in grote bergen door zijn Anseres Floating gaan mengen.
In de loop van de week arriveerden de gewone eendenkorrels. Die lieten zich echter slecht weken, zonken in water, vielen uit elkaar en waren volgens Doky gewoon niet lekker. De enige manier om ze erin te krijgen was ze vastplakken aan een Floating korrel of ze helemaal verstoppen in courgette.

In de loop van de weken verschenen er op mijn aanrecht een pot met gemengde grit soorten, een pot met gemengde brokken, zakjes met gemengde beestjes en gemengde groenten en daar stond ik elke ochtend om half zes ontbijt te maken voor ‘t kleine piepding dat ondertussen op mijn blote tenen stond te trappelen of ik alsjeblieft een beetje op kon schieten. Ik heb een keer geprobeerd z’n eten de avond van te voren al klaar te maken, maar volgens Doky was dat echt niet meer lekker.
Tot zover over het uitbalanceren van voer.

Dagelijks leven
We hebben ook nog een heleboel dingen beleefd waarvan ik er een paar wil vertellen.
Zaterdag 4 juli heeft Doky z’n eerste treinreis gemaakt. Ik geloof dat hij het zelf niet heel spannend vond, maar de andere reizigers in de coupé des te meer, zeker toen ik alle bad- en eetbenodigdheden uit m’n tas haalde. De reis bracht ons naar het zuiden, waar we op kraamvisite zijn geweest. De zon scheen erg fel en de jonge vader haalde een kinderbadje te voorschijn en liet dat vol water lopen. Terwijl wij de ene kleine bewonderden, kon de andere kleine lekker rondzwemmen. Na de kraamvisite gingen we ook nog even langs de trotse opa en oma en die hebben een vijver in de tuin! Wat een feest. Ook daar kon Doky dus lekker ronddobberen terwijl wij zaten te kletsen. Het leukste kwam toen het etenstijd werd voor de eigenlijke bewoners van de vijver; de vissen. Er werden korrels gestrooid en in plaats van dat Doky zich als gast een beetje op de achtergrond zou houden, ging hij er als een speer met de korrels vandoor en liet nauwelijks iets voor de vissen over. Van die korrels kregen we ook een zakje mee naar huis, die konden mooi door het mengsel.
De volgende dag hadden we een verjaardag en ook daar had Doky weer mazzel. De hond des huizes werd binnen op gesloten en de buren hadden nog wel een kinderbadje.

Alleen zijn
Ik heb wel geprobeerd om Doky wat zelfstandiger te maken, maar zoals Frans schrijft geeft dat alleen maar stress. Eenden zijn nou eenmaal gewend om altijd bij hun moeder te zijn. Het zijn de kuikens die bepalen of en wanneer ze een stapje verder van ma vandaan gaan, het is niet aan ma om zomaar te verdwijnen. Je kan denken dat het stom is om aan dat gekrijs toe te geven en dat zo’n kuiken er maar aan moet wennen, maar zo werkt het dus echt niet.
Ergens in de tweede week ben ik een keer zonder Doky naar beneden gegaan om alleen even de vuilnis buiten te zetten. Ik dacht; als ie me niet meer hoort, houdt ie echt wel op met schreeuwen. Maar dat is dus niet waar! Een kuiken gaat echt door met schreeuwen, waarschijnlijk tot het er dood bij neervalt. Toen ik namelijk weer boven kwam, stond m’n overbuurvrouw in haar deuropening en vroeg wat ik in vredesnaam nou weer voor beest had. Doky had het schreeuwen echt volgehouden tot ik terugwas.

Inmiddels was ook de dierenarts om. Als we buiten stonden te roken in de zon, zocht Doky schaduw achter zijn voeten. De dokter mopperde wel steeds dat dat kuiken het risico liep om plat getrapt te worden als de telefoon zou gaan, maar ondertussen lette hij heel erg op waar hij liep. Zelfs tijdens operaties mocht Doky gewoon rondscharrelen. Hij zat het liefst aan mijn voeten of voor de spiegel in de gang, want daar was natuurlijk nog een eendje.

Maandag 13 juli moesten we visite rijden. Probleem. We moesten naar iemand met een kat of vijf, dus Doky kon echt niet mee. Ik heb hem met veel courgette, Floating en waterplanten in een opnamehokje op de praktijk gezet en voor het eerst dus echt voor langer dan tien minuten achter gelaten. De visite liep iets anders dan gepland en ik werd behoorlijk gegrepen door een van de katten. Toen we terugkwamen was Doky boos en leek wat bokkig, maar het was vrij snel over. Ik was blij met deze ontwikkeling en dacht iets meer vrijheid terug te hebben. Ik had dat gekke kuiken inmiddels al 3 weken 24 uur per dag overal bij me en had al die tijd geen vijf minuten even voor mezelf gehad.
In de loop van de dag begon mijn pols, waarin ik gebeten was, nogal te zwellen. Ik zag het niet zitten om zo de nacht in te gaan, dus ging naar de huisartsenpost voor antibioticum. Ik besloot Doky voor de tweede keer die dag achter te laten in de verwachting dat ik wel op tijd terug zou zijn om hem zijn volgende maaltijd voor te zetten.
Je voelt em natuurlijk al aankomen, bij de huisartsenpost duurde het allemaal veel langer dan ik had gedacht en ik was veel later terug dan gepland. Doky was compleet over de zeik toen ik terugkwam. Het enige wat ik kon bedenken was hem troosten en als de bliksem eten voor hem maken. Hij viel er uitgehongerd op aan, ik heb hem nog nooit zo zien schrokken. Daarna ploften we samen moe op de bank. Even later begon Doky te kokken en met z’n kop te schudden. Toen ontdekte ik hoe eenden braken: niet recht naar voren, maar door heel hard met hun hele kop heen en weer te schudden en het voedsel er letterlijk uit te slingeren. Heel erg zielig en ik wist niet wat ik moest doen. We waren allebei volledig uitgeput en zijn van ellende maar naar bed gegaan.
De volgende ochtend was Doky vroeger wakker dan anders, maar hij klonk gezond en at rustig en hield alles binnen. Mijn pols was opgehouden met zwellen. We waren weer oké en hebben samen nog heerlijk uitgeslapen.

Intermezzo ochtendschemering
Dat heb ik volgens mij ook nog niet verteld; dat Doky na z’n ontbijt niet meer terugwilde in z’n slaapdoos, maar mij, als hij bij mij in bed mocht, nog wel een paar uurtjes liet slapen.
Doky0003

Ja, lach maar, een eend in je bed. Ik weet het, maar Doky bleef heel braaf op z’n eigen handdoek liggen, zat wat aan m’n haar te happen en legde daarna z’n kop in m’n nek en zo viel ik elke ochtend nog even in slaap. Dat waren echt de mooiste momenten, heel intiem op een bepaalde manier. Als ik zo in de ochtendzon naar Doky lag te kijken, vielen me ook steeds nieuwe dingen op. Dat het zwart van z’n snavel weer een stukje was opgeschoven, dat z’n eitand weer een stukje kleiner was geworden, dat er weer een nieuwe veer doorkwam. Dat was echt quality-time, momenten helemaal van ons samen, zonder iets te moeten.

Als Doky zat te ontbijten, kroop ik alweer terug in bed en als hij uitgegeten was, kwam ie aanrennen en ging aan de rand van m’n bed staan piepen en springen. In de loop van de weken ging hij natuurlijk steeds hoger springen en er een beetje bij fladderen en de dag dat hij zelf m’n bed in kon, was de dag dat ik serieus ben begonnen met afspraken maken over Doky’s vervolgtraject.

Meer dagelijks leven
Het weekend van 18 en 19 juli hadden we een logeerpartijtje bij iemand die nogal gesteld is op zijn eigen leefruimte. Op m’n werk zat Doky de laatste dagen al in een kattenkooi als er patiënten waren omdat hij te pas en te onpas uit z’n doos sprong. Dus zo’n kooi als Frans ook op z’n bureau had staan, een erg goede vondst. Doky kon namelijk wel alles, en vooral mij, zien, maar zich er even niet tegenaan bemoeien. Die kattenkooi had ik dat weekend ook bij me, om Doky’s bewegingsvrijheid op dit erg propere logeeradres enigszins te beperken. We hebben het anderhalve dag volgehouden, maar toen zijn we opgestapt, we werden er alle drie ongelukkig van en dat kon niet de bedoeling zijn. Die zaterdagavond zijn we nog uit eten geweest, dat was wel oké, ze hadden daar een kinderstoeltje waar Doky de hele avond heel schattig in heeft gezeten. Maar daarna heb ik wel besloten om de vakantie die ik voor week 30 afgesproken had, af te zeggen. Dat ik zelf besluit om mijn leven en de invulling van mijn dagen en daarmee mijn bewegingsvrijheid te beperken, moet ik weten, maar ik kan daar geen derden mee opzadelen. Ja, voor een dagje, maar niet langer. Niet iedereen blijkt vrolijk glimlachend wakker te worden van hongerig gepiep om half zes ’s ochtends. De mensen om mij heen willen niet bepaald worden door een dier. Respect voor het gezin van Frans. Dat iemand op het idee komt om een eend op te vangen en zo gestoord blijkt om daarvoor z’n leven op z’n kop te zetten, oké, maar verwacht niet dat de mensen om je heen daar ook van gecharmeerd zijn. Je beperkt niet alleen jezelf, maar ook je sociale leven voor de tijd dat je de zorg op je neemt. Ik ben in de twee maanden dat Doky bij mij woonde twee keer uit eten geweest, een keer op kraamvisite met de trein, een keer op verjaarsvisite met de fiets en een keer naar de bios – maar dat laatste was geen succes (eten geven in het donker geeft zooi en een eend snapt niet dat ie stil moet zijn op spannende momenten). Maar als je een rijk sociaal leven hebt, dan word je toch wel erg beperkt. Weet dat van te voren, denk alsjeblieft niet dat het alleen maar leuk en schattig is om zo’n eendje in huis te hebben. Besef alsjeblieft wat je op je neemt, het is een hele verantwoordelijkheid en brengt verstrekkende consequenties voor je dagelijks leven met zich mee.

Doky0002

Soortgenoten en toekomstplannen
In de loop van de tijd ging Doky’s zwemvlies steeds meer naar voren staan. Daardoor ging hij ook steeds beter lopen. Het enige lastige was dat ie soms z’n ene flap op de andere zette en dan natuurlijk omviel, vooral als ie hard rende, wat erg komische taferelen opleverde.
Ik vond hem erg vooruit gaan, maar als ik hem in het park vergeleek met andere eenden, liep hij nog steeds wel een beetje raar, zwabberde erg met z’n pootjes. Zou hij het zelfstandig gaan redden in de wereld?

Ik ging op zoek naar een plek om Doky achter te laten. We zaten veel aan een vijver bij ons in de buurt. Het voordeel daar was dat de rand erg laag was, dus dat Doky er zelf uitkon – en dat ook deed als ik wegliep. Een andere vijver waar we weleens zaten had een hoge rand, waar hij zelf niet uitkon en als ik dan wegwilde, kon ik roepen en smeken wat ik wilde, maar Doky bepaalde. Als ik wegliep, kwam hij wel naar de rand, maar als ik dan terugkwam om hem eruit te vissen, zwom hij snel weer weg. Pas als hij besloot dat ie uitgespetterd was, kwam hij zelf naar de kant en ging daar piepen tot ik hem eruit viste. Door deze vijver ben ik een keer vreselijk te laat op m’n werk gekomen en daar gingen we dus alleen nog heen als ik echt onbeperkt de tijd had.
Maar de vijver met de lage rand was fijn. Daar hebben we veel gezeten. Op een gegeven moment was daar zelfs een meisjes eendje van een paar weken ouder dan Doky dat met hem wilde spelen. Als hij het water inging, kwam zij aangeraced – en rende Doky naar mij toe. Zij hipte dan ook het water uit, om achter hem aan te komen en die gekke Doky verstopte zich letterlijk achter mij. Ik maakte me zorgen, ik vond het belangrijk dat hij wel contact leerde maken met soortgenoten en minder op mij gericht zou worden. Dus gingen we zo vaak mogelijk naar die vijver om bij de andere eenden te zijn. En het grappige was, dat als Doky zijn eigen gang kon gaan, hij best dicht bij andere eenden ging spelen, maar zodra er een zijn kant op kwam, was de schijterd verdwenen. Doky bepaalt, zoals met bijna alles. Ik mag niet uit zijn gezichtsveld verdwijnen, hij wel uit dat van mij. Hij mag wel andere eenden opzoeken, zij hem niet. Alles in Doky’s tempo en op Doky’s manier, anders werkt het niet.

Doky0007

De eenden bij die vijver worden gevoerd door voorbijgangers, maar Doky ging daar nooit naartoe. Die eenden zijn niet bang voor mensen, maar duiken wel het water in als er een vervelend jongetje aan komt rennen om ze te schoppen. Doky blijft zitten omdat hij denkt dat mensen leuk zijn. Waar kan ik zo’n eend in vredesnaam heenbrengen?

Uiteindelijk hoorde ik via via over een vijver in een gemeentepark waar veel ‘kneusjes’ eenden wonen. Er wonen bejaarden omheen en er is een meneer die fungeert als een soort opzichter. Hij geeft de eenden ook eten, goed eten, geen brood. En hij houdt de boel een beetje in de gaten. Ik heb overleg gehad met die mensen en ze wilden het wel proberen.

Afscheid
Donderdag 13 augustus heb ik met pijn in mijn hart afscheid van Doky genomen. Ik ben zelf niet meegegaan naar de nieuwe vijver, ik dacht dat hij een eerlijker kans zou hebben als hij mij niet zou zien. En het heeft gewerkt. Ik heb hem in z’n nieuwe tas (die rode was al een tijdje te klein, daarna heb ik die groene gemaakt) in z’n slaapdoos gezet, met een boel waterplanten, courgette en het voor dit moment bewaarde laatste beetje van z’n Floating en hem meegegeven aan iemand die in de buurt van die vijver woont. Ze vertelde me de volgende dag dat het erg goed gegaan is, dat hij vrij snel met de andere eenden meezwom en niet eens de mankste kneus van het hele stel is. Een paar dagen later vertelde ze dat hij goed meekomt met de rest en nu ook ontdekt heeft waar het eten staat. En weer een paar dagen later dat hij wel eens bij omwonenden naar binnen wandelt, maar ook net zo lief bij de andere eenden is.
Inmiddels weet ze niet meer zeker welke van alle eenden daar Doky is.

Het is dus allemaal geweldig goed afgelopen.
Maar ik heb wel m’n hart vastgehouden. Hoe krijg je een zo op mensen gerichte eend terug de natuur in? Wat had ik anders kunnen doen? Had ik hem toch vaker alleen moeten laten?
Nee, eendenkuikens kiezen zelf wanneer ze er klaar voor zijn. Toen Doky begon met vliegen, besloot ik dat hij er klaar voor moest zijn (omdat een vliegende eend echt niet ging in mijn flatje), en gelukkig bleek Doky het daar mee eens. Het was tijd en het is goed. Hij is een echte eend geworden en hij heeft nog een lang en gelukkig eendenleven voor zich.

En ik? Ben ik net zo’n eendenfanaat geworden als Frans? Ik heb wel een hele tijd last gehad van het lege nest syndroom, het is zo onwennig als je twee maanden lang 24 uur per dag samen bent geweest om dan ineens alleen te zijn. Het heeft ook best een tijd geduurd voordat ik niet meer om half zes wakker werd. Maar het went. En hoe eenzaam ik me in het begin ook voelde, het doet me goed dat het zo goed gaat met Doky, daar ging het immers om.
Zou ik het nog een keer doen? Ik denk het wel. Maar liever wil ik eerst verhuizen. Ik ben op zoek naar een huis met een tuin – en of er in die tuin eenden komen? Frans kan het weten.

Tot slot van dit veel te lange verhaal wil ik Frans enorm bedanken voor al zijn informatie, tips, goede ideeën en geruststelling. Een eendenkuiken grootbrengen is een hele verantwoordelijkheid en ik ben blij dat ik die niet helemaal alleen heb hoeven dragen. Als ik weer eens in paniek ergens over mailde, wist Frans me altijd gerust te stellen. Heel veel dank daarvoor.

Doky0006