De Voeding:


Noodvoeding bij eerste opvang: bruinbroodkuimels met water in apart bakje of bruinbroodpapje en verschillende soorten geplet graan en zaad (duiven- tortelduiven- of kippenvoer) met water gemengd.

Dagelijkse verantwoorde voeding: Opfokkorrels voor watervogels

Extraatjes om het Kuiken bezig te houden in het water:
Vijvervis-voer dat drijft.
Drijvende voederkorrels voor Watervogels,
aquariumplantjes voor goudvissen,
eendenkroos,
slakjes

Pasted Graphic
opfokkorrels voor watervogels

Zwemeenden en dan vooral de plantenliefhebbers daaronder (zoals wilde eenden, sikkeleenden, smienten e.d, zwanen en ganzen zijn trouwens ook planteneters), mogen geen al te eiwitrijk voedsel hebben. Zij hebben liever vezelrijk voedsel. Voor die soorten is er een opfokkorrel met laag eiwit gehalte (rond de 15%) en ze kunnen bijgevoerd worden met gesnipperd gras, paardenbloembladeren (dat groene gedeelte dat ook stoep genoemd wordt) en groene groente (andijvie is een hit), witlof of eendenkroos (uit veilig water natuurlijk). Als er alleen korrels met een veel hoger eiwitgehalte te vinden zijn is het raadzaam veel groenvoer bij te geven.
In de eerste dagen maakt het niet zo veel uit wat voor opfokkorrel er gegeven wordt. Maar uiteindelijk moet er toch iets gevoerd worden dat bij het type vogel past.

DRAAIVLEUGEL/HANGVLEUGEL:

Een veeg teken dat een kuiken teveel eiwit krijgt is dat de zich ontwikkelende pennen van de vleugels een vreemde stand krijgen of dat de vleugeltoppen te zwaar lijken te worden waardoor de eend er moeilijk mee om lijkt te kunnen gaan.

Een voorbeeld van hoe de draaivleugel zich aankondigt is op de onderstaande fotootjes te zien. De pennen horen in het verlengde van het lijf te liggen maar bijvoorbeeld bij Donny stonden ze op een gegeven moment rechtop.
Dit kon gelukkig in een erg vroeg stadium herkend worden en met een plantenrijk en eiwitarm dieet is het gevaar snel geweken.
De eiwitten (in meelwormen en floating korrels voor Duik -en zeeëenden bijvoorbeeld) zorgen er bij zwemeenden (vaak ook bij de tamme/gekweekte soorten) voor, dat de pennen zich sneller ontwikkelen dan de spieren in de vlerkjes van het kuiken. Daardoor wordt de vleugel te zwaar en de top klapt als het ware om zodat de pennen rechtop staat.
draaivleugel2

draaivleugel1

Een Draaivleugel (ook wel Angelwing genoemd) kan maar moeilijk hersteld worden als het te laat wordt gezien. De eend moet dan namelijk langdurig ingetaped worden, zodat de vleugel niet meer door het eigen gewicht wordt kromgetrokken en in de goede richting kan uitgroeien. De eend moet ook op plantaardig dieet en mag bovendien langdurig niet zwemmen omdat dat de tape geen goed doet. En er moet dan ook regelmatig geoefend worden om de spieren van de vleugels te laten ontwikkelen. En fysiotherapie is een erg lastige onderneming met een eend.
Als je een draaivleugel op zijn beloop laat, blokkeert dat de doorbloeding van de vleugel en zullen de spieren nog slapper worden of afsterven.

Soms gaat de vleugel ook naast het lijf hangen. Dat probleem is nog veel groter. Want met een hangvleugel stapt de eend op zijn eigen vleugel, beschadigt die, en hij kan er ook niet fatsoenlijk mee zwemmen. Door een hangvleugel blijft de eend bovendien lek want de anders zo netjes op elkaar sluitende veren op zijn flanken hangen altijd af door de vleugel.
Vaak is voor deze aandoening de enige oplossing amputatie (leewieken). Want de spieren van de vlerk zijn vaak al dusdanig beschadigd door de afhangende vleugel dat fysiotherapie nutteloos is.
Voorkomen is dus, zoals altijd, beter dan genezen.
Als het om een zwemeend kuiken gaat is het plantaardig dieet op zijn laatst nodig wanneer de vlerken beginnen te ontwikkelen. Te herkennen aan de witte veerschachten die er uit beginnen te groeien.


Duik-eenden eten in principe alles wat ze voor de snavel komt. Of het nu graan, brood, plantjes, een langsvliegende vlieg, hommel of wesp is of een vlinder, een kevertje of een worm. Het maakt ze weinig uit. Kuifeenden, Tafeleenden, zaagbekken maar ook zee-eenden hebben meer eiwit nodig. Daarvoor is een opfokkorrel te krijgen met meer (20 tot 35%) eiwit.
Als dat niet beschikbaar is kunnen die soorten worden bijgevoerd met meelwormen, garnaaltjes, kleine visjes, gedroogde insecten.
En als het beweegt is het nog het interessantst voor de kuikens.

Hoe ziet u het verschil tussen een Duikeend (alleseter) en een Zwemeend (veelal planteneters) dan?:

De Duikeend staat rechtop als een zwaan (zelfs als klein kuiken), heeft veel grotere voeten die verder naar achteren staan en een grotere en sterkere snavel dan een zwemeend.
De Duikeend pikt direct en snel naar wat hij wil opeten. (Vergissingen zijn mogelijk. Sommige eenden lijken duikeend kuikens te zijn maar blijken later gewoon zwemeenden...)

De Zwemeend houdt het lijf meer evenwijdig met de grond. De poten staan meer in het midden onder het lijf.
Natuurlijk duikt de duikeend veel meer en dieper. Maar als je er maar eén hebt kun je dat natuurlijk nergens mee vergelijken.
De Zwemeend zeeft vooral water en grond in ondiep water.
Dan houden ze de kop laag bij het water, nemen water in de bek en schudden alles wat ze niet kunnen eten weer uit hun bek.
Ze hangen wel ondersteboven in het water maar duiken niet zo heel vaak (wel in geval van gevaar trouwens).

De opfokkorrels voor watervogels zijn, als je ze in de juiste samenstelling kunt krijgen, zo goed dat het niet echt nodig is om bijvoeding te geven. Maar je kunt ze niet in het water gooien omdat ze uit elkaar vallen en het water meteen vies maken. Dat wil het kuiken liever helemaal zelf doen.

Om hun natuurlijke gedrag te stimuleren is aan te raden niet alleen opfokkorrels te geven. Vijvervisvoer geeft ze wat te doen als ze in hun zwembadje ronddobberen, net als aquariumplantjes. Van vijvervisvoer kunnen ze een beetje rood gaan poepen omdat daar kleurstof inzit voor kois en goudvissen. Dus is drijvend watervogelvoer beter.
Je kunt ook vogelvoer in het water gooien dat ze dan op kunnen duiken (voor zwemeenden alleen in ondiep water waar ze nog kunnen grondelen (water en grond zeven).
Als u in een waterrijk gebied woont kunt u natuurlijk kroos en kleine waterdiertjes gaan vangen. Maar dan is het wel handig om te weten of het water en de vogels die daar leven gezond zijn. En dat is niet altijd duidelijk te zien.

Je komt namelijk gemakkelijker aan parasieten, die natuurlijk erg ongezond zijn voor je eend, als je voedsel uit de vrije natuur gaat halen. En kom er maar weer eens af.
Dan kun je beter bij een viswinkel aas gaan halen dat gekweekt is.

Als je niets uit de natuur haalt kan het trouwens zijn dat je Kuiken toch al met parasieten rondloopt. Dat komt omdat die kuikens al bijna meteen, na uit het ei gekropen te zijn, beginnen met naar eten zoeken en als ze bijvoorbeeld een vossenkeutel vinden zullen ze die ook uitproberen. En die stikken bijvoorbeeld van de lint- en andere wormen. Ons Kuiken bleek na drie weken ook lintworm te hebben. En omdat onze dierenartsen geen ervaring hadden met een solo eendje, duurde het weken voordat we die met succes hadden bestreden. Je moet er namelijk nogal voorzichtig mee zijn. Als je de wormen te heftig bestrijdt kan het je eendje ook doden (bijvoorbeeld door diarree).