Vorm zelf uw mening over L. Ron Hubbard aan de hand van deze geverifiëerde citaten

Citaat 13

A child is not a special species of animal distinct from man.
A child is a man or woman who has not attained full growth.
Een kind is niet een speciaal soort dier dat verschilt van de mens.
Een kind is een man of vrouw die nog niet volgroeid is.
(U407)

Children, in the main, are quite willing to work.
Kinderen willen, in het algemeen, redelijk graag werken. (U406)

Forbidding children to work, and particularly forbidding teenagers
to make their own way in the world and earn their own money,
creates a family difficulty so that it becomes almost impossible to raise a family,
and creates as well, and particularly, a state of mind in the teenager
that the world does not want him, and he has already lost the game
before he has begun it.
Het verbieden van kinderen om te werken, en in het bijzonder het verbieden van
teenagers om hun eigen weg in de wereld te gaan en hun eigen geld te verdienen,
creëert
een gezinsprobleem waardoor het bijna onmogelijk wordt om een gezin
groot te brengen, en in het bijzonder, een gemoedstoestand in de teenager
dat de wereld hem niet wil, en dat hij het spel al verloren heeft
voordat hij het begonnen is.
(U411)

The basic difficulty with all juvenile delinquency is the one-time
apparently human program of forbidding children to labor in any way.
De onderliggende moeilijkheid met alle jeugdcriminaliteit is het ooit ogenschijnlijk
humane programma van het verbieden dat kinderen op enige manier werken.
(U413)


Back Home Next

Alle citaten: © L. Ron Hubbard Library

                            Bronnen:
                            1e citaat:    U407    Boek:        A new slant on life
                            2e citaat:    U406    Boek:        The problems of work
                            3e citaat:    U411    Boek:        The problems of work
                            4e citaat:    U413    Boek:        The problems of work
                            Vertalingen:                             Karel Jeelof