KNMI neem zonkracht in weersverwachting op
Vanaf de zomer van 1997 geeft het KNMI een verwachting voor de "zonkracht" door. De "zonkracht-index" geeft de hoeveelheid ultraviolette straling in het zonlicht aan. De grootheid wordt uitgedrukt in een getal van 1 tot 10, het KNMI geeft de nevenstaande omschrijvingen. Deze cijfers gelden voor de gemiddelde blanke huid (huidtype 2, zie onder). Mijd de uren tussen 12 en 15 uur, bij het van kracht zijn van de zomertijd staat de zon in Nederland ongeveer om tien over half twee in het zuiden op haar hoogste punt.
 
Met de getallen en het huidtype kan men bepalen hoelang de onbeschermde huid veilig in de zon kan zonder dat verbranding optreedt. Bij ieder huidtype behoort een "zonkrachtgetal", delen van dit getal door de zonkracht levert het veilige aantal minuten op. De getallen zijn:

waarde
zonkracht
omschrijving
sterkte
niet langer
zonnen dan
1-2 vrijwel geen 60 min
3-4 zwak 30 min
5-6 matig 20 min
7-8 sterk 15 min
9-10 zeer sterk 10 min

 huid-
type
zonkracht-
getal
verbrandings-
ervaring
bruiningservaringvaak voorkomende
uiterlijke kenmerken
roodharig 1 60 verbrandt zeer snel wordt niet bruin zeer lichte huid, vaak met sproeten, rossig of lichtblond haar, blauwe ogen
lichtblond 2 100 verbrandt snel wordt langzaam bruin lichte huid, blond haar, lichte ogen
donkerblond 3 200 verbrandt zelden wordt gemakkelijk bruin licht getinte huid, donkerblonde tot bruine haren, vaak donkere ogen
bruin 4 300 verbrandt bijna nooit bruint zeer goed getinte huid, donkere haren en ogen

 
Bij het ontwikkelen van een verwachtingsmodel is het KNMI al in de weer geweest met het meten van de UV-belasting. In 1995 bleek niet één dag voor te komen met een zonkracht groter dan 8, maar er waren wel vijf dagen met een zonkracht groter dan zeven. In 1996 waren er maar twee dagen met een zonkracht groter dan zeven.

Commentaar

Informatie van het KNMI
Helaas is bovenstaand verhaal niet volledig. Maar gelukkig geeft ons nationale weerinstituut KNMI meer informatie, ook over het effect van ozon in de lucht.

Theorie
Factoren die de hoeveelheid directe UV-straling beïnvloeden, zijn:
a. hoogte van de zon aan de hemel, afhankelijk van het jaargetijde en het tijdstip
b. bewolking en nevel
c. atmosferische verontreinigingen
d. hoogte boven zeeniveau

Praktijk
Aan het strand wordt men, zoals bekend, sneller bruin, maar treedt verbranding ook sneller op. Dit heeft vijf oorzaken:
a. veel licht wordt weerkaatst door zand en water;
b. de lucht is vaak schoner dan in het binnenland;
c. het waait meestal meer dan in het binnenland, daardoor voelt men de zonnewarmte minder;
d. er zijn van nature geen schaduwplekjes die, zoals in het binnenland, al of niet bewust gebruikt worden;
e. na een bad in zee is de huid nat, wat ook verkoelend werkt. (zie ook c)
 
Op "Erythemal UV index from SCIAMACHY - Europe" kunt u zien hoe het in Europa met de zonkracht is gesteld.

Zomertijd
En nog wat over de zomertijd (E. daylight saving time). De zon staat het hoogst aan de hemel om 12 uur zonnetijd. Dit valt niet gelijk met de kloktijd. In de winter staat de zon in Amsterdam (5 graden oosterlengte) rond 12:40 uur precies in het zuiden, en als de zomertijd van kracht is ongeveer om 13:40 uur.


    Laatste update: zaterdag 1 januari 2000, 29 mei 2005 | Terug naar index