Het Amsterdams Operakoor werd op 6 mei 1950
opgericht op initiatief van een aantal opera liefhebbers,
waarvan enkelen tot op de dag van vandaag deel
uitmaken van het koor.
Het koor is langzamerhand een begrip geworden in
de hoofdstad en kenmerkt zich bij haar uitvoeringen
omdat de leden alles uit het hoofd zingen.
Het AOK onderscheidt zich daarin van andere koren.
Met de meer dan honderd leden behoort het bovendien
tot de grootste (amateur) operakoren ten lande.

Dit grote aantal leden neemt niet weg dat het AOK op
een hoog niveau wil functioneren. In deze tijd van
CD en high-tech is het publiek immers zó verwend
dat men kwaliteit moet bieden.
Daarom worden nieuwe leden aan een stemtest onderworpen en wordt door onze artistieke leiding van
tijd tot tijd gecontroleerd of de juiste man of vrouw
nog wel op de juiste plaats zit.
Daarnaast wordt er ook van tijd tot tijd extra aandacht besteed aan zangtechnische vaardigheden.

De artistieke leiding van het AOK berust bij
Hans van den Hombergh, die zowel de koor- als de orkestdirectie voert en daarbij terzijde wordt gestaan door repetitor Aad van der Velde.
De Naam Hans van den Hombergh is al sinds lang een begrip in de Nederlandse Operawereld.
Het AOK weet zich in zijn persoon verzekerd van
een vakman en muziekkenner in optima forma.

Vóór zijn komst waren aan de prestaties van het koor
de namen verbonden van mensen als de legendarische
Bep Ogterop, die heel lang als vaste repetitor aan het
AOK verbonden is geweest, terwijl van de dirigenten
gememoreerd kunnen worden Willem Lohoff uit de
beginperiode en Jochem Slothouwer uit latere jaren.

Ieder jaar worden er enige concerten gegeven.
Soms betrft het een "groot" eigen concert, met
medewerking van een symphonie orkest, andere
keren wordt weer volstaan met een "klein" eigen
concert met vleugel begeleiding.