20-jarige
studente , thuiswonend. 7 keren adem- en ontspanningstherapie |
Verwezen
door de psycholoog. Combinatiebehandeling cognitieve gedragstherapie en AOT is
aangewezen. Setting
; particuliere praktijk |
klachten/probleemstelling |
effect |
1.
Hoofdpijn |
Sterk
verbeterd |
2.
Schouderklachten |
Beter
|
1. diagnose Spierspanninghoofdpijn.
Geconstateerd door de Hoofdpijnpoli.
De huisarts heeft verwezen naar de psycholoog. Geen medicijngebruik. De klachten ontstonden na het doormaken van de ziekte van Pfeiffer, 7 maanden geleden, die 2 maanden terug herstelde. Fysiotherapie had geen blijvend resultaat. |
2. beperkende voorwaarden:
Psychisch: Haar coping stijl blijft
een spanningsbron; als ze het druk heeft spant ze aan en komen klachten in de
schouders. Een extra moeilijkheid is het feit dat ze beperkingen moeilijk
accepteert. Met oefeningen, het nemen
van rustmomenten en veranderde cognities kan ze de klachten redelijk
acceptabel houden. Bij de psycholoog heeft ze haar kijk op de plaats van
beperkingen in haar leven bijgesteld. De kans op recidive zal mede afhangen
van hoe ze met zichzelf omgaat |
Ingang:
instructies Ademhaling
volgen en zit, benen wrijven: Deze oefeningen ontspannen en maken het hoofd
leeg.Ze doet dit regelmatig thuis en kan hiermee haar klachten in de hand
houden. Het was verassend voor haar dat er veel meer ademruimte was dan ze
gewend was, dat er een heel onderlichaam bestond dat ook meedeed. Als dit
voelbaar ontspant geeft het een sterke verandering. |
handgrepen Wervelkolom
schommelen.
De lengteadem wordt hiermee gestimuleerd en dit geeft haar rust en ontspannen
schouders. Haptonomische
mobilisatie. Dit
geeft haar een diep gevoel van ontspanning waardoor ze dit ook sneller
herkent bij andere oefeningen. |
Processen Aandachtsverschuiving:
De
fixatie op het spanningsgebied wordt losgelaten en de spanning anders
ervaren. Spanningsvermindering. Haar schouders worden
lichter en haar hoofd leger. Lichaamsbewustwording.
Ze is
zich bewust van haar opbouw van spanning en de impact die drukte op haar
heeft. Ze probeert dan in te grijpen door rustmomenten te nemen en minder
afspraken te maken. Herstel
van evenwicht. Van aandacht op het hoofd en bovendeel van het lichaam is de
aandacht over het hele lichaam
verdeeld. Ze brengt daarnaast meer evenwicht in aktie en rust. |
Functionele
ademhaling. Waar
ze eerst alleen de borst gebruikte met ademen, maakt ze nu gebruik van de
hele ademruimte. De ademhaling is flexibeler. Functioneel
bewegen
is hier een dysfunctioneel proces. Ontspannen blijven bij drukte gaat niet
vanzelf. Hier moet ze bewust voor ingrijpen. Dit kan wel nog komen. |
Conclusie: De
hoofdpijn is in hoge mate gevolg van dysfunctionele spanning en heeft goed
gereageerd op de toename van interne zelfregulatie. De schouderklachten
wisselen onder invloed van externe druk. Bij externe druk is er toenemende
spanning in nek en schouders. Ondanks terugval bij externe druk is er toch
een toename van zelfregulatie. De klachten reageren op de oefeningen en ze
voelt dit als een handvat waarmee ze druk beter aan kan. Door
de psychologische behandeling gaat ze beter om met de beperkingen die het
leven nu eenmaal heeft. De
zelfregulatie is kwetsbaar; verdergaan in groepsverband wordt geadviseerd. |
niveau van overspanning: tussen
verstoord en in balans: de helft van de instructies lukten goed. |