Samenvatting Casus door Manon Mommers, postcode: 6419 CT , e-mail: yoga.kring.limburg@zonnet.nl

Vrouw; 37 jaar, fulltime moeder van een tweeling (2 1/2 jaar). Aantal behandelingen: 6

Verwijzer: huisarts

Klachten/ Probleemstelling

1.paniekaanvallen

2.benauwdheid

3.hoge bloeddruk

4.hartkloppingen

5.spanningen/ pijnklachten in hoofd, nek, borst en rug

klachten bestaan sinds 5- 6 jaar

HVS-lijst: score 46

Effect

1.komen 80 % minder voor en zijn beter te hanteren

2.verdwenen

3.verdwenen

4. verdwenen

5.spanningen/ pijnklachten in hoofd en nek zijn verdwenen; de rug is soms meer ontspannen en kan meer hebben

HVS-lijst: score 25

Diagnose

huisarts: hyperventilatie, hoge bloeddruk, hoge spiertonus in het hele lichaam

Beperkende voorwaarden

- de dood van haar moeder een jaar geleden

- zwakke gespannen rug

Ingang

aandacht verzamelen, spanning volgen en ruglig achterkant voelen: past P. als vanzelf toe overdag en s' nachts wanneer zij wakker wordt, om meer stil te staan bij het gevoel in haar lichaam en bij de steunvlakken.

hoofdrollen: op oefenmomenten, voor het slapen; helpt pijn en spanning bij hoofd en nek verminderen

ruglig, voeten optrekken: op oefenmomenten overdag, geeft ontspanning in benen, bekkenbodem en onderrug; hierna zit en staat zij meer gesteund en makkelijker; de adem verdiept.

stand armen zwaaien: tussen de bedrijven door; geeft een losser, prettiger gevoel, met name in het gebied van schouders, nek en heupen; zij staat steviger

stand gewicht verschuiven: overdag om het 'van onderen ademen' terug te vinden.

hoorbaar uit: op oefenmomenten en bij beginnende onrust/ paniek; de adembeweging vertraagt en verdiept; er ontstaat meer rust en minder benauwdheid.

Handgrepen

voeten trekken duwen, wervelkolom schommelen, bovenrug opduwen, schouders houden en schommelen: soms disfunctionele respons en steeds achteraf rugpijn; soms een goede respons; het ademen verdiept; helpt de spanning verminderen.

arm- schouder- ribben houden: lukt goed en helpt de breedtebeweging van de ribben te vinden in bijvoorbeeld zit lende-adem.

buiklig, onderrug- heiligbeen- hiel houden en bovenrug- onderrug houden: sterke verschuiving van de aandacht en het ademen omlaag; pijn in de borst en de hartkloppingen verdwijnen.

zit lende-adem en zit voor/ achter: zitten en staan worden makkelijker; meer rib (breedte-)beweging; bewustwording van bekkenbodem-beweging.

stand adem naar de voeten: rusten in bekkenbodem, heupen en benen; het ademen verdiept; P. gebruikt deze ervaring om het gevoel van staan en ademen terug te vinden.

Processen

lichaamsbewustwording: toename van lichaamsgevoel en bewust gebruik hiervan om meer bij zichzelf te komen; paniekgevoelens nemen sterk af door gevoel van controle.

aandacht verschuiving: het ontwikkelen van passieve aandacht; "de bovenkant krijgt even rust"; het contact met de steunvlakken is hersteld, opzoeken van adembeweging in de laagte.

cognitieve herstructurering: het kwijtraken van het 'wat-is-er-toch-met-mij-aan-de-hand?!'-gevoel; P. corrigeert spanningsbevorderende gedachten en gewoonten; zij gaat weer onder de mensen.

interne/ externe zelfregulatie

extern: toelaten van 'foute' lichaamshouding die even meer ontspanning geeft en de adem helpt verdiepen.

Intern: de zelfcontrole wordt innerlijk gestuurd "Ik ben er weer" en "Ik ben er ook nog".

spanningsvermindering: de bloeddruk is gedaald en de hartkloppingen zijn verdwenen tijdens rust; het ademen in rust is vertraagd. P. neemt meer pauzes en besteedt aandacht aan ontspanning.

 

functioneel bewegen:

Meer contact met de steunvlakken in zit en stand en een moeiteloze lichaamshouding die meer adembeweging in buik en onderrug toelaat; borstkas beweeglijker.

functioneel ademen:

In rust en na toepassing van instructies en handgrepen is er een verandering in het ademen waarneembaar; P. is in staat dit zelf op te zoeken en te ademen tot in onderrug en bekken.

disfunctionele processen: bij sommige handgrepen ontstaat een disfunctionele ademrespons en achteraf ernstige rugpijn.

Conclusie

Alle klachten reageren op AOT en zijn het gevolg van overspanning; er is sprake van toename van interne zelfregulatie.

De beperkende voorwaarden blijven niet bepalend; het rouwproces om de dood van haar moeder raakt op de achtergrond, de rugklachten blijken uiteindelijk beïnvloedbaar en gerelateerd aan spanning.

P. neemt weer volledig deel aan het leven zoals ze dat zelf graag zou willen; zij functioneert beter in haar rol als moeder en binnen haar relatie met haar partner, familie en omgeving.

Niveau van overspanning

Na 4 keer is het niveau van overspanning: in balans.

Alle instructies lukken uiteindelijk goed en hebben effect.

Na 6 keer is het aantal instructies wat met effect thuis geoefend wordt toegenomen.