Samenvatting casus
door Hanneke Kamphuis, 7731 BA, h.kamphuis@viareva.nl
Dhr. E.H., leeftijd: 53 jaar. Gehuwd; kinderen uitwonend. Werkzaam bij de
douane / belastingdienst. 9 keer adem- en
ontspanningstherapie, van 14.12.'08 - 27.04.'09, follow up op 26.08.'09 |
setting/medebehandeling/verwijzing poliklinische revalidatiebehandeling, AOT čn revalidatie-arts, FT, MW en
ET |
klachten/probleemstelling |
Effect |
1 - onrustig |
1 - sterk verbeterd |
2 - moe in hoofd |
2 - sterk verbeterd |
3 - moe in lichaam |
3 - verbeterd |
NVL - 6; ATL - 38 |
09.03.’09:
NVL - 11; ATL - 30 27.04.'09:
NVL - 5; ATL - 19,5 26.08.'09:
NVL - 7; ATL – 20 |
1. diagnose M.Parkinson De diagnose is gesteld in december 2002; hij
ervaart sinds ± 1,5 jaar zelf klachten. Hij heeft ongeveer een jaar fysiotherapie en
logopedie in de 1e lijn
gehad; is daarna verwezen naar de revalidatie-arts. |
2. beperkende voorwaarden: somatisch, psychisch, sociaal som.: tgv diagnose: verminderde conditie, tremoren/spanning in linker
lichaamszijde. Mn. de tremoren en spanning zijn verminderd, of door hem zelf te
beďnvloeden. psych.: stelt hoge eisen aan zichzelf; vindt het moeilijk om gevoelens te
delen; heeft moeite de beperking te accepteren. Aan het einde van de revalidatiebehandeling kan gezegd worden dat er bij
alle drie items veranderingen ten goede hebben plaatsgevonden, dwz.: hij
stelt zichzelf nu reële eisen, hij deelt zijn gevoelens met zijn vrouw, en
hij kan zijn mogelijkheden en beperkingen op een goede manier hanteren. Hij
accepteert nu ook dat zijn vrouw hem herinnert aan zijn grenzen, wanneer hij
die lijkt te vergeten. soc.: onduidelijkheid / onzekerheid over werksituatie: onlangs veranderd van
functie bij dezelfde werkgever. Hij zat – bij start van de behandeling – in
de ziektewet; is inmiddels bezig met reďntegratie; past zijn werkzaamheden nu
aan aan zijn mogelijkheden en neemt pauze’s. E. heeft - op het werk
maatregelen genomen om te voorkomen dat hij te lang achter elkaar doorwerkt
(pauze-afspraken, schermbeveiliging). Daarnaast heeft hij thuis een fysieke
plek (prettige stoel) voor de ontspanningsoefeningen gemaakt. |
Ingang: instructies zit, aandacht verzamelen/lig, aandacht onderkant: adem rustiger,
gedachten rustiger; spanning verminderd (zit cq ligt volledig ipv op
contactpunten). tijd/lucht/ruimte genoeg: adem rustiger, tempo trager; spanning verminderd
('lig aan de bank geplakt'). zit, bevriezen: schouders en linkerbeen ontspannen; adem 'heel diep';
zit heel ontspannen, prettig. zit, voelen hoe ik zit: 'rustiger in en om me heen'. zit, voelen hoe ik adem: 'rustiger in en om me heen'; |
handgrepen lig, voeten duwen/trekken: spanning verminderd ('lig veel meer op de bank dan in
het begin'; ‘alsof je me losschudt'); adem is rustiger, makkelijker. Erg
prettig. lig, hoofd trekken/sleutelbenen trekken/schouders duwen: meer
ruimte in de borstkas, prettig; lopen makkelijker. |
Processen Aandachtsverschuiving: E. geeft aan
dat 'het rustiger in en om me heen geworden' is. Is letterlijk en figuurlijk
minder prikkelbaar. Aandachtsverschuiving was voorwaarde voor: Lichaamsbewustwording/spanningsvermindering: E. is zich bewust
geworden van oplopende (fysieke) spanning, de invloed die dit op hem heeft,
en hij kan dit nu makkelijk reduceren/reguleren. Cognitieve herstructurering: E. stelt minder hoge eisen aan zichzelf; hij
kan 'minder doen' loskoppelen van 'minder waard zijn'. Fulltime werken is
geen doel op zich meer. |
Herstel van evenwicht: E. meldt minder moe te zijn nu hij zijn belasting en
belastbaarheid beter in balans gebracht heeft, door beter te plannen en
zichzelf meer pauze's toe te staan. Hij 'kan makkelijker dingen van me
afzetten en kan dingen beter overzien'. Hij voelt zich – figuurlijk – stevig
in zijn schoenen staan. Functioneel bewegen: staat meer rechtop, voelt zich – letterlijk - steviger
in zijn schoenen staan, lopen is gemakkelijker. Functioneel ademen: er is meer ruimte in de borstkas, het ademen is
rustiger en makkelijker, kan ge- en ontkoppeld worden. |
Conclusie: De klachten ‘onrustig’ en ‘moe in hoofd’ waren in hoge mate het gevolg
van overspanning; de klacht ‘moe in lichaam’ lijkt enigermate het gevolg van
overspanning, maar is ook gerelateerd aan de beperkende voorwaarden; door de
toegenomen externe zelfregulatie is deze klacht echter veel minder
belemmerend. Hoewel de AOT-behandeling ± 2 maand na het begin van de
revalidatiebehandeling startte kan wel gezegd worden dat dit tot een
omslagpunt geleid heeft: door de AOT heeft E. leren voelen, is hij zich
bewust geworden van lichaamssignalen; dit had vrijwel direct een positief
effect op de genoemde klachten. De AOT heeft inzicht gegeven en is daarmee
ook ondersteunend geweest voor de mede-behandelaars. De interne čn externe
zelfregulatie zijn toegenomen, waardoor E. zich rustiger en zekerder voelt. De diagnose/fysieke situatie bleek in de AOT-behandeling geen
belemmerende factor te zijn (int. zelfregulatie). De onder psychisch benoemde factoren (hoge eisen aan zichzelf / moeite om
gevoelens te delen / moeite beperkingen te accepteren) zijn ook niet
beperkend gebleken: dhr. kan hier op een andere wijze mee omgaan (int.
zelfregulatie). De - onduidelijkheid over de – werksitatie was wel beperkend, maar
inmiddels gaat E. daar op een andere, meer actieve manier mee om (ext.
zelfregulatie). |
niveau van overspanning: het nivo van overspanning is in balans: (bijna) alle instructies en
handgrepen lukken. |