Samenvatting casus door Petra Janssen, postcode: 6651 KM, e-mail: sarira@planet.nl

 

Personalia. Vrouw,  25 jaar, thuiswonend, geen relatie, HEAO afgestudeerd, werkt op financiële afdeling van groot bedrijf.

7  keren adem- en ontspanningstherapie in periode 28 maart-24 juli 2008

Verwijzer. Op aanraden van psychologe om meer te bewegen is ze naar mijn yogalessen gekomen en zodoende in aanraking gekomen met AOT. Op eigen initiatief  heeft ze om individuele behandeling gevraagd.

klachten/probleemstelling

effect

1 Angst

Beter

2 Onzekerheid

Sterk verbeterd

3 Drukte in het hoofd

Sterk verbeterd

4 gevoel te stikken, ‘hyperventilatie’

Sterk verbeterd

5 Onrust in benen en lichaam

Sterk verbeterd

NVL score 39 (subscores:12,10,7,10)

ATL: 41

NVL 30 (subscore: 9,7,6,7)

ATL 28

1. diagnose

Als baby al astmatisch, op haar 16e jaar zijn paniekaanvallen begonnen. Toen is medicatie voor astma gestart. Ze heeft 7 jaar lang antidepressiva geslikt en is daar plotseling mee gestopt. Hierna werden de paniekaanvallen weer erger. Huisarts stuurt haar naar psychologe.

2. beperkende voorwaarden:

Psychisch: de angst om aangeraakt te worden (zie handgrepen). Dit verandert niet in de loop van de behandeling.

Ze vertrouwt haar eigen lichaam helemaal niet en heeft ook het idee dat ze daar geen invloed op kan uitoefenen. Dit verbetert.

Ingang: instructies

Zit, benen wrijven. Geeft stevigheid in de benen en rust in lichaam en adem. Oefent dagelijks, ’s morgens, op het werk en voordat ze uit gaat.

Stand, gewicht verschuiven. Stevigheid in de benen. Oefent voordat ze uit gaat.

Zit, voor / achter. Stevigheid en rust in het lichaam. Oefent thuis en op het werk.

Armen zwaaien. Schouders ontspannen, kan energie kwijt. Oefent ’s morgens.

Voeten drukken. Stevigheid in de benen, adem rustiger. Oefent dagelijks op het werk.

Lig, voeten optrekken. Geeft spanningsvermindering in de spieren. Oefent dagelijks voordat ze gaat slapen.

Stand, staan, rustadem, gewicht verschuiven. Stevigheid en rustige adem. Oefent thuis voordat ze weg moet.

Lig, voeten duwen/ trekken. Ontspannende oefening voor de rug. Oefent ’s morgens in bed.

Lig, aandacht verzamelen en hoorbaar uit. Beter slapen, rustiger adem. Oefent voor het slapen gaan.

handgrepen

zit, lende adem, losschudden. Pas na het losschudden wat rustiger adem.

Zit, hoofd, voor / achter. Weinig effect, iets soepeler, ronder zitten.

Lig, voeten duwen/ trekken: ging ze bijna van hyperventileren. Lukt niet.

V. geeft aan dat ze het heel eng vindt om aangeraakt te worden.

 


 

Processen

Aandachtsverschuiving. Ze komt uit haar hoofd en begint haar lichaam steeds beter te voelen. Vooral de stevigheid in de benen. Ze slaapt beter.

Spanningsvermindering. Meer rust in het lichaam. De spieren van schouders en rug ontspannen.

Lichaamsbewustwording. Door de oefeningen voelt ze zich sterker. Ze vertrouwd haar lichaam beter. Het lukt haar in bepaalde situaties zelf in te grijpen.

Herstel van evenwicht. Ze is opgewekter, positiever en heeft meer energie, durft meer te ondernemen.

 

 

Functioneel ademen. Door oefenen wordt haar adem rustiger en is meer voelbaar lager in het lichaam.

Cognitieve herstructurering. De verbazing  wat een oefening met haar doet zonder het te beredeneren. Ze begrijpt dat deze neutraliteit nodig is.

Functioneel bewegen. Door te oefenen lukken de oefeningen beter en beweegt ze gemakkelijker.

Conclusie: doorgaan.

Onzekerheid, drukte in haar hoofd, onrustige benen en ook het gevoel te stikken (‘hyperventilatie’) hebben goed gereageerd op de toename van interne zelfregulatie en zijn waarschijnlijk in hoge mate gevolg van gewone overspanning.  De angst is minder geworden maar niet verdwenen. Met name de angst om aangeraakt te worden is een beperking. Toch voelt ze zich steviger, zekerder en durft meer te ondernemen, ze gaat bewuster met haar lichaam om en haar zelfvertrouwen is in de loop van de behandeling sterk toegenomen.

Ze is gemotiveerd om door te gaan, er zijn nog genoeg klachten, de NVL blijft verhoogd.

niveau van overspanning:

In balans.

In totaal 15 oefeningen, waarvan meer dan de helft (11) goed lukten.