Samenvatting casus Gerard van Holland, postcode 7214 PP

Vrouw, 79 jaar oud, weduwe, werd 10 keer behandeld met adem- en ontspanningstherapie individueel in 2 maanden

in revalidatiecentrum, samen met fysiotherapie, ergotherapie en maatschappelijk werk

klachten

effect

Onrustig gevoel

Aanvallen van benauwdheid en paniek

snel uit evenwicht bij staan en lopen

Aandacht verdelen is moeilijk

+ = verbeterd

+++ = verdwenen

++ = sterk verbeterd

++ = sterk verbeterd

beperkende voorwaarden

1. diagnose

status na CVA links, sinds 2 maanden

2. stoornis, beperkingen:

sensibiliteit links verminderd, coördinatie problematisch, geheugen en aandachtsconcentratie is verminderd; spanning over plaatsing in verzorgingstehuis; bekend met rugklachten

Ingang: instructies

zit: wanneer ze zit, voelt ze even hoe ze zit en ademt; als het ademen moeilijk is past ze ‘hoorbaar uitademen’ toe; in bed doet ze vaak ‘achterkant voelen’ en ‘hoofd rollen’, waardoor ze minder piekert; wanneer de rug gevoelig is doet ze in zit ‘hoofd draaien’, waarna ze makkelijker zit; tijdens lopen brengt ze de aandacht naar de voeten

ingang: handgrepen

‘wervelkolom schommelen’ en ‘expiratie thorax’ in lig doen haar het verschil tussen spanning en ontspanning goed voelen; ‘zit, ribben meedrukken’ hebben het zitten sterk veranderd; lig, ‘eerste rib’ maakte het hoofd rollen mogelijk en ontspande bovenlichaam;

Processen

functioneel bewegen: neemt meer gewicht op zitvlak tijdens zitten, bij lopen worden de benen meer ingeschakeld en bouwt ze minder spanning in het bovenlichaam op; bewegen en ademen storen elkaar minder

aandacht verschuiven: ze kan de aandacht bij een instructie houden, bij het lopen er bij houden, beter op de omgeving reageren en is minder afgeleid

functioneel ademen: een snelle, onregelmatige en hoog-thoracale adembeweging raakt beter verdeeld over de romp en wordt regelmatiger, wordt breder; het ademen is vrijer en stoort haar minder; ze merkt aan het ademen dat ze gespannen wordt en kan dit dan beïnvloeden

 

 

 

lichaamsbewustwording: voelt verschil tussen spanning en ontspanning beter, bewuster van het effect van spanning op het ademen; heeft meer contact met zichzelf gekregen, voelt beter haar mogelijkheden en functioneert veiliger; bewuster dat de waarneming links verminderd is; voelt duidelijker dat ze ‘zit’

spanningsvermindering: piekert minder en kan rust beter verdragen, kan hoofd beter neerleggen, minder hoofdpijn; ze voelt zich minder opgejaagd

herstel van evenwicht: herstelt sneller van een inspanning wanneer ze even rust neemt, de belastbaarheid neemt daardoor toe en ze kan weer verder

cognitieve herstructurering: eerst zegt ze ‘het past niet bij mijn karakter om ontspannen te zijn’ en later ‘dat ik hier nu pas achter kom’

Conclusie:

De klachten waren in hoge mate gevolg van overspanning; aanvankelijk leken de beperkende voorwaarden te sterk, maar er waren een aantal ingangen en veel zinvolle processen die haar interne zelfregulatie aanmerkelijk verhoogden.

 

 

niveau van overspanning: matig verstoord