Bekende Nederlanders in het nieuws
Inge de Bruijn: het ideale lichaam
Algemeen Dagblad, dondedag 12 augustus 2004
 
Door Christiaan Ruesink
 
De Nederlandse Olympische ploeg telt zes titelhouders. Ze gaan in Athene wéér voor goud. Vandaag: Inge de Bruijn.
De fysiotherapeut bezig met het 'ideale lichaam' van zwemtopper Inge de Bruijn.

Ze zag er onweerstaanbaar uit. Inge de Bruijn trainde afgelopen maandag voor de ogen van de voltallige internationale media in het Olympische zwembad. In het felle zonlicht verscheen ze als een engel, gehuld in een wit badpak. Haar ogen afgedekt met een spiegelende bril, de wilde haren als een korset gesnoerd in een zwarte badmuts en op haar eeuwig rode lippen danste de lach van een winnaar. Ze strekte zich uit als een kat na een middagdutje. Er kwam geen einde aan. Haar armen leken te reiken tot de wolken. Lange vingers kroelden door de lucht alsof ze een denkbeeldig pianoconcert speelden. Met opvallende nagels die net zo breekbaar oogden als haar wespentaille.

Als Inge de Bruijn zich uitstrekt, zie je pas goed hoe mooi haar lichaam is. Tenminste, voor wie houdt van een afgetraind figuur. Haar vrouwelijke vormen zijn verdwenen, opgegeten door haar eigen lijf dat het vet nodig heeft gehad om energie te leveren. Ooit had ze cup C, maar wie als zwemster goud wil winnen, zo hield haar coach Paul Bergen haar bij hun eerste kennismaking voor, mag niet meer dan cup A hebben.
Haar vel zit zo strak om d'r botten dat op een houten stoel zitten al snel pijn zal gaan doen. Armspieren liggen als spankabels open en bloot aan de oppervlakte. In haar liezen schijnen blauwe aders door een lelieblanke huid. Ze zal een vetpercentage van om en nabij de 9 hebben, zoals ze had vlak voor haar gouden races vier jaar geleden in Sydney. Wie lager gaat dan 9, krijgt hormonale problemen en loopt de kans niet meer te kunnen menstrueren. Op de langere termijn kun je zelfs problemen krijgen als botontkalking. De Bruijn balanceert, zoals iedere topsporter, op de grens.
Te veel vet, is een nadeel bij het zwemmen. Lang is gedacht dat het het drijfvermogen positief zou beïnvloeden. ,,Maar stroomlijn is alles, je moet niet te veel massa hebben'', weet sportarts Cees-Rein van den Hoogenband. De Bruijn, die 1,74 meet, heeft een ideaal zwemlijf, zeggen trainers. Lange benen en armen, grote handen en voeten, smalle heupen en sterke gespierde schouders. Wie haar contouren tekent, zou er een druppel in moeten herkennen. In de zwemsport geldt die metafoor als ideaalbeeld.
Metingen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam hebben uitgewezen dat haar weerstand in het water extreem laag is. Zou een 'normale' topzwemmer een waarde van 24 hebben, dan heeft De Bruijn 17 of 18. Ze ligt hoog op het water en doet denken aan een draagvleugelboot.
,,Haar schouders blijven boven, ze planeert als het ware over het water'', zegt Wieger Mensonides, oud-zwemmer en stromingsleerdeskundige.
,,Als ze recht op je af komt zwemmen en je trekt denkbeeldige lijnen langs haar lijf, dan zie je dat het water vloeiend langs haar heen glijdt. Anderen liggen vaak dieper in het water en ondervinden dus meer weerstand. Zij heeft dat niet. Bovendien heeft ze een optimale spierbeheersing, ze maakt geen enkele overbodige beweging. Elke slag is raak. Dat is een kwestie van goed trainen: niet alleen kracht, maar ook coördinatie.''
Hoe langer het bereik, hoe meer water je in één keer kunt 'pakken' en hoe sneller je gaat. Dan trek je jezelf als het ware door het water. De vingers zijn daarbij heel belangrijk. Ze zijn niet gesloten om zoveel mogelijk oppervlakte te bestrijken. Ideaal zou zijn, zoals de man van Atlantis, vliezen tussen de vingers te hebben. Maar een handschoen die dat gevoel zou kunnen nabootsen, is verboden.
Om de tegenkracht van het water te kunnen weerstaan, zijn sterke vingers vereist. Ze dienen als het ware van rubber te zijn. Er zijn momenten, vlak voor de start, dat ze haar hand en vingers even oprekt. Dan lijkt het alsof ze van een onbreekbaar materiaal zijn gemaakt. Maar haar spieren zijn zo soepel door urenlange specifieke training. Bijvoorbeeld door veel touw te klimmen, zoals ze bij Bergen leerde. De Amerikaan heeft haar lichaam in de afgelopen jaren geperfectioneerd tot het ideale zwemlijf.
Toen De Bruijn begin dit jaar voor hem verscheen met het verzoek opnieuw samen te werken, was zijn eerste reactie dat ze te dik was. Ter verduidelijking kneep hij in haar nauwelijks zichtbare vetrolletjes. Je zou er anorexia van krijgen.
,,Als coach moet je daar voorzichtig mee omgaan'', zegt oud-Olympisch kampioene discuswerpen Ria Stalman. ,,Maar in het geval van Bergen en De Bruijn heb ik het gevoel dat zoiets gezegd kan worden, omdat het tussen die twee klikt. Een sporter gedijt het best bij een coach die voor hem of haar werkt. Een boodschap als: je bent te dik, kan voor een ander hard overkomen, maar voor De Bruijn betekenen: ik moet harder mijn best doen.''
Sportmensen bestuderen elkaars lijf voortdurend. Soms met een jaloerse blik, maar meestal met oprechte interesse. Ook zijn ze bovenmatig geïnteresseerd in zichzelf. Voor iedere spiegel staan ze bewonderend te draaien. Ze lijken narcisten, maar schijn bedriegt. Ze kijken anders naar lichamen dan wij. Zoals een autoliefhebber verlekkerd naar zijn oldtimer kan kijken als hij hem heeft opgeknapt en gepoetst, zo voelen sportmensen zich na een periode van training. Het draait in beide gevallen om het perfectioneren van het materiaal. Voor sportmensen is het lichaam hun materiaal. Als De Bruijn wil zien of ze goed is getraind, trekt ze haar armspieren samen en voelt de spanning die er op staat. Het moet perfect zijn.
Als ze over haar lichaam praat, dan is dat vaak met een mengeling van trots en gêne. Ze is trots op haar gespierde lijf dat er voor kenners fantastisch uitziet, maar tegelijkertijd tasten de spierbundels in haar armen haar vrouwelijkheid aan. Wie daar, zoals De Bruijn, gevoelig voor is, wil nog wel eens buiten het zwembad haar schouderpartij bedekken en zich in alle onzekerheid afvragen of ze mooi genoeg is. Eén onschuldige opmerking van een willekeurige voorbijganger die zegt: jeetje, wat een spierballen, raakt haar dieper dan de veel hardere en directere kritiek van Bergen over haar vetrolletjes.
Sommige vrouwelijke topsporters zijn daar extra gevoelig voor. Zoals De Bruijn, maar ook iemand als Van Moorsel. Anderen weer minder. Zoals Ria Stalman. Zij woog in haar actieve periode bijna 100 kilogram en was gespierder dan menig man. ,,Ik had geen fantastisch lijf en heb er zeker wel eens moeite mee gehad, vooral als ik me buiten de sportwereld begaf. Bijvoorbeeld als ik ging winkelen en de ogen in mijn rug voelde prikken van mensen die dachten: 'zó, daar komt wat voorbij zeg'. In de sportwereld had ik dat niet. Daar zit je tussen mensen die allemaal gespierd zijn, zij kijken anders naar lichamen. Bovendien was ik, net als Inge, succesvol in mijn sport en dan zijn bijkomende nadelen gemakkelijker te accepteren.''
Stalman noemt het lijf van De Bruijn 'jaloersmakend'. Ook in een jurk vindt ze de Barendrechtse er schitterend uitzien. ,,Wat is er mis met gespierde armen?'' Er zijn momenten dat De Bruijn daar ook zo over denkt en zich in gala presenteert aan de wereld. Ze voelt sterk de behoefte zich te etaleren als vrouw en niet alleen als zwemster. Zoals een jonge moeder ineens het gevoel kan krijgen dat ze meer is dan alleen een melkfabriek en zich mooi maakt om op stap te gaan.
De Bruijn gaat buiten het zwembad graag opvallend sexy gekleed. De tijden dat zwemsters alleen in weinig erotische trainingspakken verschenen, zijn achter de rug. Met dank aan atlete Florence Griffith die in de jaren 80 als eerste bewees dat je titels kunt winnen én er toch vrouwelijk uitzien. Sinds haar is de glamour in de sport gekomen.
Wie Olympisch kampioene is, kan in elk blad en op elk feestje verschijnen. Meer dan ooit bestaat er interesse in de mens achter de topsporter en willen we hen graag zo 'anders' mogelijk zien. Fraaie fotoreportages van bijna of geheel naakte sporters doen het momenteel erg goed. Wie zich vol zelfvertrouwen durft te presenteren, trekt niet alleen media-aandacht maar in hun kielzog ook sponsors. Vaak essentieel voor het bestaan van een sporter.
In dat opzicht heeft De Bruijn het geluk dat ze graag in het middelpunt van de belangstelling staat. Gecombineerd met haar titels maakt het haar een ideaal 'uithangbord'. Sponsor Aad Ouborg, eigenaar van Princess, presenteert haar als sexy, snel en dynamisch. Zo ziet zichzelf ook graag. Daarom koestert ze haar lange blonde haren, gebruikt ze permanente make-up en verschijnt ze op de eerste internationale bijeenkomst met de wereldmedia in een adembenemend wit badpak. Alsof ze wil zeggen: ik ben wie ik ben. Inge de Bruijn, Olympisch kampioene, beeldschoon en in het bezit van een ideaal lichaam.

Laatste update: 12 augustus 2004